Soengei Gerong betekende voor ons, heel vaak wachtkloppen en heel veel nachtpatrouilles lopen, 10 á 20 kilometer lange nachtpatrouilles tussen de olieraffinaderijen van de Stanvac, een Amerikaanse oliemaatschappij. Vroeger heette dit bedrijf S.V.P.M. ( Standard Vacuüm Petroleum Maatschappij). Dank zij dit patrouillelopen hadden wij ook toegang tot de sociëteit van de Stanvac. De leden van deze exclusieve club, het Amerikaanse burgerpersoneel, vonden dit een slecht idee van hun directie en zij keken ons met de nek aan. Zij vonden ons leger maar een bijeengeraapt stel boerenkarhengsten en staken deze mening niet onder stoelen of banken. Om hen in hun vooroordeel te bevestigen dronken wij ons dan ook een slag in het rond met behulp van een nieuwe drank. Een drankje waarvan wij nog nooit eerder hadden gehoord; Cola Whiskey met ijsblokjes! Kapitein Davidson had ons voorgehouden dat de burger bij het zien van één dronken soldaat zou zeggen, "Kijk daar gaat nou het Hollandse leger". En dat het 10.000 gedisciplineerde soldaten vergt voordat men zegt "Kijk, daar gaat het Hollandse leger!". Nou, de Amerikanen kunnen hun hart ophalen, zij kunnen nu zeggen" Kijk, het lijken wel Maleiers die Hollanders!" Toch deed het mij pijn, deze discriminatie door de Amerikanen en vooral door de Amerikaanse meisjes. Zij zagen ons niet staan.
Een van mijn KNIL vrienden, een Chinees soldaat, vroeg ik naar de reden van deze discriminatie (Een Chinees bij het KNIL is zeer zeldzaam, deze jongen had zich bij het KNIL laten inlijven om zich te kunnen wreken. Zijn gehele familie was door Sumatraanse terroristen afgeslacht) Mijn oosterse vriend glimlachte wat afstandelijk, maar het antwoord wist hij niet. In juli 1947 had hij met de Gadja Merah in Soengei Gerong gevochten om de raffinaderij voor de Amerikanen uit de handen van Soekarno te redden. Sindsdien werd ook het KNIL door de Amerikanen gediscrimineerd.
Ik moest sterk denken aan een gedicht waarvan ik tot voor kort het bestaan niet kende, een van oorsprong Engels gedicht uit de 17de eeuw.
Wij wenden ons tot God en Jan Soldaat
Als hoge nood en bitt're strijd ons wacht
De nood voorbij, het land in vredesstaat,
Vergeten wordt de Heer en Jan Soldaat veracht.