"Het kind uit de dessa" - Soldaat G. Café |
Aanvankelijk werden de opsporingsacties naar de vermiste patrouille vanuit het noorden gedaan. Het zuidelijk gelegerde bataljon 4-4 R.I, in en rond Batoeradja, kreeg van de Gadja Merah het verzoek om in noordelijke richting te gaan zoeken. Een detachement van 4-4 R.I. in Betoeng zond daarna een patrouille richting Tjampang Tiga. Zonder resultaat kwamen de jongens, vooral gehinderd door de hoge waterstand, uitgeput thuis.
Het Territoriale Commando in Palembang aarzelde niet langer en gaf opdracht onmiddellijk Tjampang Tiga te bezetten. Op 20 december al werd de kampong door 4-7-R.I. ingenomen. Daar dit detachement niet over een radio beschikte werd op 22 december door een Mitchell B 25, een tweemotorige bommenwerper, berichten voor hen gedropt met gegevens uit Moeara Koeang. In de gedropte bamboekoker bevond zich het bericht dat Tjampang Tiga van uit het zuiden wegens hoge waterstand en ondoordringbaar moeras niet meer te bereiken was. Ook ontbraken de benodigde prauwen. Bevoorrading vanuit het noorden was dus onmogelijk. Op 23 december trachtte een 4-4 R.I. patrouille uit Betoeng, nu ook de hoognodige ravitaillering voor het benarde detachement met zich meevoerend, opnieuw Tjampang Tiga te bereiken doch stuitte bij Soekanegeri op zware vijandelijke tegenstand.
Aan de Gadja Merah werd daarna opgedragen een zuiveringsactie uit te voeren en op de oostoever van de Komering een patrouille uit te zenden om het vermiste zevental op te sporen.
Op 24 december vertrokken 81 Gadja Merah commando's met Nirub-push-boten vanuit Palembang. Deze 12 meter lange platbodemboten behoorden aan de Nirub (Nederlands-Indische Rubbermaatschapij) zij werden vroeger gebruikt om de bevolkingsrubber in te zamelen. Door hun geringe diepgang waren bijzonder geschikt om de met zandbanken bezaaide kali's te bevaren. Behalve het commandopeloton hadden de schepen ook munitie en leeftocht voor het hongerende detachement van 4 -7- R.I. aan boord. Op 26 december werd Tjampang Tiga bereikt. Gedurende vier dagen werd intensief gepatrouilleerd, enkele arrestaties werden daarbij verricht doch men vond geen spoor van de vermiste jongens. De hoop op redding van de vermiste patrouille was intussen sterk verminderd. Op 20 december had men uit de Komering bij Goenoeng Batoe twee van de gedode jongens gevist. Van de twee zwaar verminkte lijken kon met zekerheid een van de zeven jongens worden geïdentificeerd.
Toch kwam op 21 december nog een bericht van een informant binnen dat luidde; "de patrouille is in de omgeving van Tjampang Tiga gevangen genomen door Sjamsoedin de krio (burgemeester) van Sindjago. Volgens inlichtingen wil men de gevangenen afvoeren naar de Lampongs. De behandeling is redelijk"